Maandag 28 november 2016
Een klein mensje
Vlaanderen is in de ban is van het avondrood, schreef
deze krant. Dat ondervind ik zelf ook: Twitter, Instagram en Facebook bulken van de
indrukwekkende zonsondergangen. Gisteren likete ik dezelfde zonsondergang vanuit
wel zevenentwintig verschillende standpunten. Want voor één keer lijken mijn
virtuele vrienden het met elkaar eens. De discussies over Donald Trump en Zwarte
Piet zijn verstild. Eensgezind posten ze dagelijks vijftig tinten roze en dopen
die ‘De mooiste zonsondergangen van het jaar.’ Maar dat klopt niet volgens
weerman Frank Deboosere. Het kleurenpalet is onveranderd. Het enige verschil is
dat de zon nu al om vijf uur ondergaat, telkens we op weg naar huis vastzitten
in de avondspits en verveeld om ons heen beginnen te kijken. In de zomer zinkt de zon
pas rond de negenen achter de horizon, als we al binnen voor de tv zitten
geparkeerd. Dan staren we massaal naar het roze van de wangen van Jan Mulder en
Wim De Vilder - al worden we daar aanzienlijk minder lyrisch van.
Ik zou hier
cynisch over kunnen doen. In plaats daarvan herstelt de huidige geestdrift voor
het avondrood mijn geloof in de mensheid een beetje. Soms vrees ik dat men
tegenwoordig te zeer wordt afgeleid - door technologische snufjes, politiek,
geld, porno, imago, velerlei externe prikkels en een algemeen aanvaarde
gejaagdheid- om zich nog open te stellen voor ontroering. Soms vrees ik dat een
gebrek aan poëzie de norm is. Maar blijkbaar blijft de honger naar schoonheid
toch overeind. Misschien omdat iets dat grootser is dan wij, ons een moment
onszelf doet vergeten.
Als je naar de zonsondergang kijkt, ben je niet bezig
met je ambities, selfies, plichten en zorgen. Je bent slechts een klein mensje
onder een oneindige, veelkleurige hemelkoepel. Tot je je smartphone ter hand
neemt, in een poging die ervaring op Instagram te posten. Dan wordt de
betovering onherroepelijk weer verbroken.
Woensdag 30 november 2016
Uitdaging
Sinds de acteurs uit ‘Thuis’ het hebben gedemonstreerd, weet ook ik wat de ‘Mannequin
Challenge’ is: te midden van een activiteit plots als een onbeweeglijke
etalagepop poseren voor de camera en het resultaat op de sociale media zwieren.
Ik heb ooit een man gekend die tijdens de bedactiviteiten in een onbeweeglijke pop
veranderde. Toen dacht ik dat dat een probleem was. Nu weet ik: hij was een extreem
hippe kerel, het betrof de Mannequin Challenge avant la lettre, ik had op dat
moment gewoon een foto van hem moeten nemen.
Nu ik dus eindelijk begrijp
wat de Mannequin Challenge inhoudt, is die alweer oud nieuws. Vrouwen storten
zich tegenwoordig massaal op de ‘One-finger Selfie Challenge’. Hierbij poseren
ze naakt voor de spiegel met een strategisch geplaatste vinger die tegelijk hun
kruis én de boezem van hun spiegelbeeld bedekt. Opnieuw duurde het even voor ik
het snapte: ik bleef maar zoeken naar waar al die blote vrouwen wezen. Eén van
hen had geposeerd in de badkamer, omringd door flesjes en vuile was. Dat had iets
heel kwetsbaars, vond ik, zo overduidelijk opgeslorpt zijn door je blote lijf dat
je niet ziet dat je vuile onderbroek in beeld ligt.
Voor mannen die hun edele delen niet achter één vingertje kwijt kunnen -of
willen- is er de ‘Grey Sweatpants Challenge’. Dat is een uitdaging waarbij ze hun
mannelijkheid etaleren doorheen de weinig verhullende stof van een lichtgrijze
joggingbroek. Allicht duwen ze er stiekem nog een bol sokken of een wortel bij.
Dat heeft andere mannen op het idee gebracht om met een zichtbaar voorwerp in
hun sweatpants te poseren. Van een plant tot een synthesizer en zelfs een trommel,
niets is hen te gek. Ik ben dan wel geen man, ik wilde toch weten wat ik zou
voelen als ik poseerde voor een selfie met een trommel in mijn broek. Het bleek het befaamde ‘Is dit alles?’-gevoel.
Vrijdag 2 december 2016
Teamspirit
Het is weer vrijdag. Misschien hebt u de gewoonte om dan
in keurig kantoorjargon nog even bij uw collega te informeren naar een
ingewikkelde kwestie op het werk. Iets waarbij er gefocust moet worden op te
managen targets, die teruggekoppeld dienen te worden en dus best even op mail
worden gezet, rekening houdend met het feit dat er een stukje persoonlijke
ontwikkeling valt te rapen binnen de win-win-situatie indien men bereid is om
tijdens de volgende vergadering op transparante én flexibele wijze uit de
comfort zone te stappen en geheel outside de box te denken in het kader van
proactieve feedback op zowel het sociaal kapitaal àls het DNA van het bedrijf.
Zoiets.
Wel, dat soort vragen mogen we niet langer stellen, vindt zakelijk
auteur Michael Kerr. Toch niet op vrijdagmiddag. Want dan schakelen onze
collega’s al over op weekendmodus en hebben ze een spuug hekel aan beladen,
werkgerelateerde onderwerpen. Die bezorgen hen stress. Volgens Kerr is het
bevorderlijker voor de teamspirit om op vrijdag luchtig naar de weekendplannen
van collega’s te informeren. Dat deden de werknemers op het kantoor waar ik
vroeger werkte. En daar kreeg ik juist extra stress van. Want voor hen ging de
ratrace ’s weekends gewoon door. Dan zaten we te lunchen in een kale grijze
ruimte met een luid tikkende wandklok en somden zij gejaagd kauwend op:
voetballen, muurklimmen, naar de nagelstylist én een familiefeest, shoppen,
dansen, fitnessen, naar het autosalon… Over onze boterhamdozen werd er met
weekendactiviteiten gepingpongd tot diegene met de meeste plannen overbleef en
zelfingenomen in haar wrap van Jeroen Meus beet. En dan vroeg zij mij
triomfantelijk: “En jij?” Dat mijn vrije dagen niet volgestouwd zaten, vonden
mijn collega’s zichtbaar zielig. Die eensgezindheid leek wel bevorderlijk voor
hun teamspirit.
Afwisselend geven Fleur van Groningen en Nico Dijkshoorn hun eigen kijk op de actualiteit in Het Nieuwsblad.