29 november 2016

FANTOOMPIJN

De dag waarop de waarheid aan het licht komt, is er één waarvan je weet dat je hem niet zult vergeten. Je voert je handelingen net iets trager uit dan anders, alsof je je in een andere tijdzone bevindt. Misschien ben je wel met iets banaals bezig, net als ik. Ik wacht in mijn auto voor een stoplicht dat al verdacht lang op rood staat. Mijn ruitenwissers vegen ritmisch de voorruit schoon.
Het is een uur of elf ’s avonds: het wegdek is zwart, de lucht is zwart. In het oranje schijnsel van een lantaarnpaal dwarrelen roestbruine herfstbladeren naar beneden. Net iets trager dan anders. Misschien ben ik niet toevallig in hetzelfde quartier waar het destijds allemaal gebeurde. Ik kijk om me heen. Ook de huizen zijn zwart. Hun deuren gesloten, hun vensters verduisterd. De straatverlichting doet de natgeregende richeltjes blinken. Horizontale en verticale lijnen, alsof de nacht wordt opgedeeld in een simplistische tabel.

De dag waarop de waarheid aan het licht komt, huil je geen seconde. Wellicht heb je net als ik het verdriet over wat er gebeurd is, jaren geleden al van je afgeschud. Vandaag ben je verbaasd. Stomverbaasd. Dat je het niet gezien hebt! Dat je het geloofd hebt! Dat het je ervan overtuigde om dingen te doen die je anders niet zou gedaan hebben! Dingen waar je nu spijt van hebt. Maar je kunt niet terug. Misschien probeer je dat wel even. Herschep je in gedachten de levenslopen van alle betrokkenen – om dan tot de voorzichtige conclusie te komen dat niemand daar beter van wordt. Misschien speur je net als ik naar je zwakke plekken van toen, om ze alsnog te bewapenen. Analyseer je zelfs je oude noden en motieven, opdat die niet langer tegen je gebruikt zouden kunnen worden. Maar dan besef je: je bent al veranderd. Dat deed de ervaring met je. Wie zou je zijn geweest als dit jou niet was overkomen?

Wellicht ontsteek je desondanks toch nog in een koleire. Herhaal je, net als ik op het repetitieve tempo van de ruitenwissers, alle onrecht en leugens voor je geestesoog. Beleef je weer die kleine, venijnige taferelen. Zie je jezelf krimpen in plaats van opstaan, kruipen in plaats van vechten, zwijgen in plaats van spreken – met als enige getuigen een tafel, wat stoelen, twee borden, een volle wasmand, een stapel paperassen, een nieuw paar hoge hakken, een vuile koffiemok. Ach, wat heb je aan zelfmedelijden. Of is het zelfrespect? Kom je eindelijk in opstand nu er geen puzzelstukken meer ontbreken?

Vervolgens probeer je de leugens te doorgronden. Wat lag er aan de oorzaak, wat moesten ze bewerkstelligen? Betrof het een rookgordijn dat de armetierige waarheid moest verhullen? Een vlechtwerk waarin hier en daar iets authentieks verweven zat, waardoor het geheel geloofwaardig overkwam? Als het antwoord je begint te dagen, steekt een nieuwe pijn de kop op. Het verlies van iets dat nooit heeft bestaan. Afscheid van een geest. Misschien doop je het, net als ik: fantoompijn. En sla je, als het licht op groen springt, linksaf de snelweg op, tegen honderdtwintig kilometer per uur naar je nieuwe leven. Want op de dag waarop de waarheid aan het licht komt, is er slechts één verlossend besef: wat de ander doet is zijn verantwoordelijkheid, wat jij doet de jouwe.

'Fantoompijn' verscheen op 28/11/2016 in Het Nieuwsblad Magazine.