“Het is een verademing om je masker af te leggen"
-Sachli Gholamalizad (33)
Ze was al te zien in de
VTM-series Ella en Dag en Nacht. Kwam voorbij in de film De
Helaasheid Der Dingen. Maar met haar hoofdrol in de misdaadreeks De
Bunker, breekt de Belgische/Iraanse actrice Sachli Gholamalizad (33) door
bij het grote publiek. Terwijl valt ze met haar theatervoorstelling A Reason
To Talk volop in de prijzen. In beide producties geeft ze gestalte aan een
immigrante.“Vlaanderen heeft het nodig om een allochtoon in een sterke
vrouwenrol te zien.”
tekst: Fleur van
Groningen Foto’s: Marco Mertens
Het zijn drukke dagen
voor Sachli Gholamalizad. Ze blikt het tweede seizoen van de VTM-misdaadreeks De
Bunker in, tourt met haar theatervoorstelling A Reason To Talk en
bespreekt ambitieuze toekomstplannen. Tussendoor vindt ze nog tijd voor een
interview. Dat het fijn is om weer met de vertrouwde ploeg van De Bunker te
werken, vertelt ze. Het is een geoliede machine. Al moet die soms erg snel
draaien: één aflevering wordt op acht dagen ingeblikt. Andere series krijgen
meer dagen. ‘Ik spurt naar het toilet, schrok mijn lunch binnen’, lacht Sachli.
‘Soms denk ik dat iets meer tijd om alles uit te diepen, nóg meer
kwaliteit zou opleveren.’
In ‘De Bunker’ geef je gestalte aan Farah Tehrani. Net als jij is ze Iraanse
en op haar vijfde naar België gevlucht.
Sachli: ‘Oorspronkelijk was Farah een Marokkaanse, na mijn auditie werd
de rol aangepast. Daarvoor putten de scenaristen inspiratie uit de gesprekken
die we voerden.
Van binnen is Farah heel zacht, daarin herken ik mezelf. Ook in haar hardheid
en beredeneerdheid. Al laat ik dat facet niet vlug zien. Ik ben close geworden
met Farah en zou nog niet graag afscheid nemen.’
Jij hebt Farah vorm gegeven, vormt zij jou ook?
‘Ik put inspiratie uit haar ambitie: dat zij er schaamteloos voor durft te
gaan. Dat pak ik mee in mijn eigen leven. Ik heb jaren gewacht om mijn
theatervoorstelling aan publiek te tonen. Dat maakte me ongelukkig. Het
blokkeerde mijn creativiteit, voedde mijn faalangst. Nu durf ik stappen te
zetten. Dat ik Farah mag spelen, heeft daar toe bijgedragen. Zowal Farah als
mijn personage in A Reason To Talk, hebben mij gesterkt.’
In A Reason To Talk interview je je moeder over de
vlucht naar België en het leven als immigrant. Jullie relatie is getroebleerd:
je pakt haar stevig aan, laat jezelf van je lelijkste kant zien.
‘Ik was bang om te laten zien hoe hard ik voor haar ben, hoeveel ik van haar
verwacht dat mijn eigen verantwoordelijkheid is. Maar inhoud primeert op
ijdelheid. Door mijn lelijkheid te tonen kon ik groeien als mens. Het was een
verademing om mijn masker af te leggen. En het is belangrijk om taboes te
doorbreken, emoties bespreekmaar te maken zodat ze niet zwijgend worden doorgegeven
aan de volgende generatie. Verscheurdheid tussen familieleden, trauma’s, de
ouderrol die je als kind moet opnemen, het gevoel nergens bij te horen, ‘te
gast’ te zijn en de opgelegde dankbaarheid die daarbij komt kijken, al vroeg
nadenken over identiteit en vrijheid… Mijn voorstelling is een klein, menselijk
verhaal met universele thema’s. Na de voorstelling komt men zeggen dat het zo
herkenbaar is. Dat wilde ik doen: verenigen in plaats van verdelen.’
Heb jij je ervaringen helemaal kunnen verwerken?
‘Ik denk niet dat je dat ooit kunt. De vluchtelingencrisis raakt mij hard.
Tegelijk ben ik dankbaar, mijn ervaringen hebben me geïnspireerd. Lang durfde
ik er niks mee te doen uit vrees voor de stempel van immigrant. Maar ik
wilde een relevant stuk maken over onze maatschappij. Ik word nog steeds boos
en triest van onrechtvaardigheid, wil mensen wakker schudden. Wij hebben
allemaal een verantwoordelijkheid tegenover elkaar. Hoe je in het leven staat,
zo voed je elkaar op. Na de voorstelling zegt men vaak: ‘Jij bent niet typisch
Iraans.’ Ik antwoord: ‘Jouw beeld klopt niet.’ Ik ben opgegroeid met die
vooroordelen. Al waren er ook mensen zonder, zoals het gezin van mijn
jeugdvriendin. Haar grootmoeder noem ik nog steeds moeke.’
Krijg je vaak te maken met racisme?
‘Vooral als ik met familie of vrienden op stap ben en mijn moedertaal
spreek. Mensen behandelen je anders. Ik heb geleerd niet gefrustreerd te
reageren. Reizen hielp. Mensen uit andere culturen ontmoeten, de wijde wereld
intrekken, beseffen dat racisme een teken van kleinburgerlijkheid is. Ik wens
racisten toe dat ze ooit de schoonheid van diversiteit gaan inzien. Natuurlijk
heb ik nog frustraties. Maar minder. Mede dankzij erkenning te krijgen als
actrice: daardoor voel ik me minder alleen.’
Zowel in De Bunker als in A Reason To Talk speel je een allochtone vrouw.
Vrees je niet om getypecast te worden?
‘In het verleden kreeg ik minder interessante rollen aangeboden dan
autochtone actrices. Soms vroeg ik een bevriend regisseur of hij een rol had.
‘Ik heb geen exotische schone nodig’, klonk het. Het is niet erg om Perzische
prinses genoemd te worden maar wel jammer als je alleen dat ziet. Ik ben zo
veel meer. Lang dacht ik dat ik niet goed genoeg was omdat ik niet binnen een
kader pas. Nu besef ik: ik ben een noodzakelijke aanvulling. Vlaanderen heeft
het nodig om een allochtoon in een sterke vrouwenrol te zien. Daarnaast wil ik
even graag andere rollen spelen. Echte mensen, geen karikaturen.’
Hoe reageert je familie op je voorstelling ?
‘Het heeft ons dicht bij elkaar gebracht. Mijn vader en broers zijn heel
trots. Mijn moeder ook: ze weet dat de voorstelling mede dankzij haar succes
heeft. Hoe onze relatie nu is? Wij aanvaarden dat we elkaar niet altijd
begrijpen en zien elkaar doodgraag.’
Jij die je lang nergens thuis hebt gevoeld, kom jij thuis in de liefde?
‘Helemaal. Bart en ik zijn negen jaar samen. Hij is van Nederlandse origine
maar voelt zich evengoed Belg. Onze liefde heeft mij rustiger gemaakt, meer
zelfvertrouwen gegeven. Daardoor kan ik mezelf ontdekken en evolueren. Bart
steunt mij, is mijn allerbeste vriend en begrijpt me volledig: nooit gedacht
dat ik dat zou meemaken! Men zegt dat je eerst van jezelf moet leren houden
voor je een ander graag kunt zien. Maar ik leer door hem van mezelf houden. We
laten elkaar vrij, zien elkaar soms minder omdat we met ons eigen project bezig
zijn. Er is veel respect, we zijn evenwaardig, de klassieke man-/vrouwrol
bestaat bij ons niet. Soms confronteren we elkaar met onze kleine kantjes, maar
steeds in liefde en vertrouwen.’
Verkies je Iraanse vrienden die hetzelfde hebben meegemaakt?
‘Ik zoek dat niet expres op maar het is ook fijn:
je begrijpt elkaar op sommige vlakken beter. Bart en ik hebben vrienden in
België, Teheran, Parijs, L.A., Mexico… Ik voel me een wereldburger, kan
niet op één plek blijven. Bart heeft een universele blik op de wereld, kijkt
niet vanuit opgelegde waarden. Dat heeft mijn schaamte over ‘anders zijn’
weggenomen. Dat soort mensen heb ik nodig.’
Reis je nog vaak naar Iran?
‘Ja. Ik heb een band met het land, heb er vrienden en familie.’
Iran is het mekka van de plastische chirurgie. Hoe belangrijk is jouw
uiterlijk voor je?
‘Ik word ouder en dan verlies je een zekere schoonheid. Hoewel je ook
mooier wordt omdat je beter in je vel zit en dat uitstraalt. Dat schoonheid
gekoppeld wordt aan vrouwelijkheid en normen, daar verzet ik me tegen. Ik hoor
soms dat ik mijn neus moet laten opereren, maar het perfecte poppetje is saai.
Zelfaanvaarding is mooier.
Ja, ik volg een dieet. Maar zo noem ik het niet: ik probeer gezond en
gebalanceerd te eten omdat ik intoleranties heb. Soms moeilijk maar ik geniet ervan.
Bewust met je lijf omgaan, is ook een vorm van jezelf graag zien. Je bent wat
je eet. En soms is het heel leuk om een varken te zijn! (lacht)
Hoe ziet je toekomst eruit nu je voor je ambitie durft te gaan?
‘Ik zal de komende vijf jaar deel uitmaken van het theatergezelschap van De
Koninklijke Vlaamse Schouwburg, de KVS. Ik mag een voorstelling maken en
zal meespelen in hun producties. We willen internationaal touren met mijn
huidige en volgende voorstelling. Binnenkort beginnen we aan de Franstalige
versie van A Reason To Talk. En sinds ik de prestigieuze Fringe First
Award won op het grootste theaterfestival ter wereld, het Fringe
Festival in Edinburgh, regelt een Engelse producer tourdata in Londen,
Toronto en San Fransisco. Daarnaast wil ik focussen op internationale
filmrollen. Ik heb een auditie achter de rug en een aantal voor de boeg.
Kleinere rollen in grote films. Ik spreek zo veel talen, dat wil ik gebruiken.
Voor voorstellingen die volledig mijn ding zijn en om samen te werken met
getalenteerde mensen waarvan ik bijleer. Die combinatie is goud waard.’
(Verschenen in Het
Nieuwsblad Magazine 21/11/2015)