07 maart 2015

De Grote Leegte

DE GROTE LEEGTE
Het is een koude ochtend maar de zon schijnt en de hemel is helder. Ik verlang naar rust, stilte, naar het gevoel van eenwording met de natuur dat ik in de stad mis. En dus heb ik in het park een plek gezocht waar het verkeer nauwelijks hoorbaar is. Al kan ik er niet ontsnappen aan de vele joggers, die me in hun fluo outfits en met verwrongen gezichten, hijgend en snuivend voorbijsteken. Het stampen van hun voeten, als een opfokkende beat, doet vermoeden dat er een bosbrand woedt en ook ik het dringend op een lopen moet zetten. Maar onder de nog kale, grillige bomen wacht een vriendelijk bankje, pal in het zonlicht. Ik neem plaats en sluit een poos de ogen, om de warmte op mijn gelaat beter te voelen. Niet veel later wrijft iets langs mijn schenen. Het blijkt een enthousiast hondje. Aan de andere kant van z’n lange les hangt een verbaasde dame. ‘Dat doet ‘em nu anders nooit!’, stamelt ze. ‘We hebben dan ook hetzelfde kapsel’, antwoord ik, knikkend naar haar langharige, donkerblonde viervoeter. Een glimlach plooit haar kaken tot kussentjes.

Terwijl dame en hond in de verte verdwijnen, gaan mijn gedachten uit naar een brief die ik die morgen heb gekregen. Van een prille vriendin, een bijzondere vrouw die een erg moeilijk leven achter de rug heeft maar nooit in de slachtofferrol bleef hangen. In tegendeel, haar ervaringen inspireerden haar om voor de schoonheid te leven. In haar brief beschrijft ze de theatermonoloog waaraan ze werkt en hoe dat proces haar leven beïnvloedt. Ik vind die blik op haar zielenroerselen een hele eer. Kan het betekenen dat zij, vijfentwintig jaar ouder dan ik, zich door mij begrepen voelt? ‘Lieve jonge, oude vrouw’, klonk haar aanhef. Wat bedoelde ze? Een oude ziel in een jong lichaam, misschien? Dat heb ik wel vaker gehoord. Al is dat lijf vastbesloten om z’n ziel in te halen, bedenk ik glimlachend en staar voor me uit. Alsof ze net ontsnapt zijn uit een seksistische speelgoedbrochure, rennen een meisje met een krakkemikkige roze buggy en een jongetje met een blinkende rode brandweerhelm dwars door mijn gezichtsveld. Dan schrijdt een platinablonde hond voorbij. Haar wimpers zijn opvallend lang, haar arrogante blik vertelt me dat ik niet goed genoeg ben om haar stront op te rapen. In de ogen van haar platinablonde bazin lees ik dezelfde boodschap. (Dat vindt deze oude ziel niet zo erg.)

Waarover zou ik mijn kersverse pennenvriendin kunnen terugschrijven, vraag ik me af. Ik kan haar vertellen over de tentoonstelling die ik onlangs bezocht en die me onverwachts tot tranen toe beroerde. Of zou ik haar toevertrouwen dat ik me in de grote leegte bevind, en hoe bevrijdend maar bij momenten ook beangstigend die is? Want enkele weken geleden nam ik misschien wel de moeilijkste beslissing van mijn leven. Eén die mijn toekomstplannen deed verdampen als een fata morgana. Niet dat er in het leven ooit veel zekerheden zijn, maar het kan wél zo lijken. Als je maar lang genoeg gelooft in de route die je voor jezelf hebt uitgestippeld, lijkt het niet mogelijk dat het ooit de andere kant op zal gaan. Tot plots iemand sterft, een inspirerend mens spreekt, of je ziek wordt of een dieptepunt bereikt: iets schudt je wakker, doet je beseffen dat je niet meer op deze manier verder kùnt gaan. Maar wat er in de plaats komt, is nog onduidelijk. Het verwachtte landschap verdwijnt, de grote leegte ontvouwt zich. Haar stille omhelzing dwingt overgave af. Je kunt alleen nog maar nu leven. Niet straks. En wie ben je nog, als je plots zo veel dingen niet meer bent? Ik ben slechts een jonge, oude vrouw, op een bankje in de zon. De toekomst ligt weer open.

(Verschenen in Het Nieuwsblad Magazine, 07/03/2015)