“Ik was vier en wist dat ik Hanne was.
Toch probeerde ik Hannes te zijn”
Afgelopen
zomer stapten Hanne (35) en Caro (34) in het huwelijksbootje. Een feest om hun
liefde te vieren met vrienden en familie. Dat het een huwelijk tussen twee
transgenders betrof? Daar werd nauwelijks bij stilgestaan. Toch hebben Hanne en
Caro een lange weg achter de rug. Beiden ontdekten als klein jongetje dat ze
een meisje wilden zijn. Pas een dikke twintig jaar later durfden ze dat aan hun
omgeving te vertellen.‘Je komt op een punt dat je alles dreigt te verliezen
door jezelf te zijn.’
tekst: Fleur
van Groningen
Wie twee transgenders gaat
interviewen, wil hen niet het gevoel geven dat ze als eigenaardigheden worden
bestudeerd. Maar er is zo veel dat je wil vragen. Want hun ervaringen liggen
mijlenver van de jouwe. Of zijn ze universeler dan gedacht? Uiteindelijk willen
we allemaal graag onszelf kunnen zijn. Hanne sust onmiddellijk: geen
enkele vraag is taboe. Het einde van een transitie – zo noemt ze de jarenlange
transformatie naar een ander geslacht – valt samen met zelfrelativering. ‘Bij
ons kunnen mensen juist meer zichzelf zijn omdat er geen klassieke
verwachtingen zijn’, zegt ze. ‘Al is er in het begin vaak wat onwennigheid. Men
wil politiek correct te zijn.’ Caro grinnikt: ‘Mensen gaan alles
vervrouwelijken. Hebben het niet over ‘mevrouw de directeur’ maar de
‘directrice’. Terwijl wij daar niet mee bezig zijn!”
Wanneer kwamen jullie erachter dat jullie eigenlijk vrouwen waren?
Hanne: ‘Als kind al. Je spiegelt je aan je omgeving. Je
identiteitscrisis ontstaat zodra de maatschappij beslist wat voor jongens en
wat voor meisjes is. Ik identificeerde mij met het vrouwelijke geslacht, wilde
ook een jurkje aan. Maar als klein jongetje
leek het alsof ik iets verkeerd deed. Ik wilde mijn omgeving niet ontgoochelen
en droomde ervan om op een dag te ontwaken als een meisje.’
Caro: ‘Als kind kon ik het niet plaatsen en was ik me niet bewust van de
mogelijkheden. Zoals bijvoorbeeld een operatie.’
Hanne: ‘Voor mij was het een lange zoektocht
die begon rond mijn vierde
en eindigde op het moment dat ik de stap durfde zetten om als vrouw door
het leven te gaan.’
Hoe verliep jouw zoektocht, Hanne?
Hanne: ‘Als er niemand thuis was trok ik stiekem meisjeskleren uit de
verkleedkoffer aan. Dat zat goed, dat klopte. Tegelijk voelde ik die angst dat
ik iets verkeerd deed.
Als kind las ik een artikel over
transseksualiteit. Dat was toen heel nieuw, de meeste mensen wisten niet dat het
bestond. Mijn familie las dat artikel ook, zij lachten smalend. Terwijl
dacht ik: er zijn dus nog mensen met die gevoelens! Doorheen de jaren
bevestigden verschillende reportages op televisie dat. Het maakte me blij
én bang. Op internet las ik nog meer over transseksualiteit. Op mijn twintigste
was ik mij ten volle bewust van mijn vrouwelijk identiteit en transgendere
gevoelens. Maar tot mijn zevenentwintigste bleef ik een rol spelen. Uiterlijk
was ik een stoere kerel, innerlijk werd ik verscheurd. Aan de toog hing ik met
mijn kameraden de macho uit. Terwijl had ik een afkeer van mijn lichaam en
seksualiteit. De drift die mijn mannelijke hormonen veroorzaakten, klopte
niet met wie ik was. Seks was heel moeilijk: ik voelde mij een vrouw. Mijn
leven klopte niet maar toch ging ik zo verder om niemand te ontgoochelen. Het
was als leven in de derde persoon: ik wist dat ik Hanne was maar toch probeerde
ik Hannes te zijn. Voor de buitenstaanders klopte het plaatje: ik
had vrienden, een job, een vriendin. Maar ik werd geleefd door wat er van mij
verwacht werd. Vaak vroeg ik me af: kan ik mij niet over de wens om
een vrouw te zijn heen zetten? Dat ging niet. Ik was doodeenzaam.
Op mijn zevenentwintigste vertelde ik het dan toch aan mijn moeder en mijn
vriendin. Heel pijnlijk. Je komt op een punt dat je alles dreigt te verliezen
door jezelf te zijn. Werk, familie, relatie… Mijn vriendin en ik waren al zeven
jaar samen, de kans op een relatiebreuk was reëel. We zijn nog twee
jaar samen gebleven, zoekende. Zij bleef hopen dat het overging. Ik durfde er
niet volledig voor te gaan. Pas na twee jaar vertelde ik het aan mijn vader. Daarna
aan mijn vrienden. Toen ik uiteindelijk besloot om mij te laten opereren, nam
mijn omgeving dat goed op. Zij begrepen hoe moeilijk het was. In plaats van
afkeer toonden ze mededogen. Na de operatie ervoer ik een diepe rust. Al
het gepieker viel in één keer van mij af.’
Hoe verging het jou, Caro?
Caro: ‘Ik heette vroeger Stef en had een normale jeugd. Kampen
bouwen, buiten spelen. Maar ik voelde dat ik anders was. Als elfjarige droomde
ik dat het putdeksel van een riolering openstond. Er kwam een meisje uit dat
mij omhelsde. Dat voelde heerlijk vertrouwd. Plots moest ze weer weg. Ik wilde
geen afscheid nemen. Toen ik wakker werd wist ik: ik ben een
meisje. De pubertijd kwam er aan en ik dacht dat ik alsnog
een vrouwelijke ontwikkeling zou krijgen. Toen dat niet gebeurde,
was de teleurstelling groot. Ik bleef maar hopen. Het was een heel sterk
gevoel. Ik werd ouder, kreeg een relatie met een vrouw maar dat gevoel bleef.
Het maakte me heel onzeker. Compensatie vond ik in creatieve bezigheden. Ik
kwam uit een gezin van marktkramers maar dankzij mijn beste vriend leerde ik
een hele nieuwe wereld kennen: we richtten samen een band op,
schilderden… Dat maakte mijn leven draagbaar. Ik voelde mij
toch iéts waard, omdat ik iets kon. Toen zat ik op een jongensschool en
vond bij niemand aansluiting. De confronterende praat die uit die puberende
jongens kwam, schokte mij. Op mijn veertiende sprak ik voor het eerst met
mijn beste vriend over mijn verlangen om een meisje te zijn. Niet veel later
stond ik op de markt bij mijn vader toen er een dokwerkster voorbij kwam. ‘Dat
was vroeger een vent!’, siste mijn vader. Dat mijn vader zo negatief reageerde,
maakte me bang.
Op mijn achttiende zag ik Dana International op tv. Een
openbaring! Ik ontdekte dat een operatie mogelijk was en wist: dat
wil ik. Maar ik was doodsbang om mijn ouders, familie, vrienden en partner te
kwetsen. Uiteindelijk vertelde ik het aan mijn vriendin. We huurden een
appartement, bouwden een normale relatie op maar dat gevoel bleef sterker
worden. Ik had een afkeer van mijn lichaam. Tijdens het vrijen kon ik mij
emotioneel een vrouw voelen. Als ik mezelf als een man zag, lukte het niet.
Uiteindelijk ging ik met een psychiater spreken in het Universitair Ziekenhuis
van Gent. Voor haar was het duidelijk: ik voelde me vrouw. Zelf
hoopte ik dat gevoel nog te overwinnen: ik wilde voldoen aan de
traditionele verwachtingen en mijn partner gelukkig maken. Ik ben nog een paar
keer in therapie geweest in de hoop er vanaf te geraken. Maar het gevoel werd alsmaar
sterker. Uiteindelijk sneuvelde mijn relatie toch. Ik was achtentwintig en ik
besloot me te laten opereren. Mijn moeder was er ondersteboven van. Zij
vertelde het aan mijn vader, dat werd niet goed ontvangen. Mijn ouders hebben
een aantal jaren nodig gehad om te wennen. Ik was altijd een soort
‘koekoekskindje’ maar dit kwam onverwacht. Mijn vrienden hadden het sneller
door. Ook op mijn werk heb ik het verteld. Ik was bang om mijn job te
verliezen. Gelukkig reageerden zij respectvol en werd ik niet ontslagen.’
Welke procedure moet je volgen eens je hebt beslist dat je je wil laten
opereren?
Caro: ‘Ik ging eerst een jaar op gesprek bij de psycholoog in het
ziekenhuis.’
Hanne: ‘Er zijn mensen die de therapie gaan volgen om
erachter te komen of ze het écht willen. En er zijn er zoals wij, die dat al
weten. Dan zoeken de therapeuten uit of je psychisch sterk genoeg in je
schoenen staat want je hebt een moeilijke tijd voor de boeg. Ze checken ook of
je geen psychische stoornissen hebt.’
Caro: ‘Dan begint de hormonale fase. Je krijgt vrouwelijke hormonen
en je testosteron zakt. Voor mij waren die hormonen als heroïne. Het
was alsof ik thuiskwam. De invloed van testosteron, zoals een hoger libido en
haantjesgedrag, verdween. Dankzij de
vrouwelijk hormonen ervaar ik innerlijke rust en evenwicht. Ik kan nu mijn ware persoonlijkheid te ontplooien
zonder de constante stress over mijn geaardheid.’
Hanne: ‘Je brengt je lichaam in balans met je geest. Zalig. Die
vrouwelijke hormonen zorgden ervoor dat ik communicatiever werd, een
vrouwelijke vetverdeling en een zachtere huid kreeg. Mijn mannelijk libido werd
lamgelegd en ik kreeg een vrouwelijk libido: dan heb je meer tijd nodig.’ (lacht)
Caro: ‘Ik kreeg borstontwikkeling net als biologische vrouwen. Dat
begon met van die pijnlijke schijven onder mijn vel. Tijdens de hormonale
fase ging ik vrouwenkleren dragen – iets wat ik gestaag heb
opgebouwd. Ik bleef ook op gesprek gaan bij de
psycholoog.’
Hanne: ‘Toen ik mijn eerste vrouwenjeans droeg, dacht ik dat
iedereen het doorhad. Niemand zag het.’
Caro: ‘Je lichaamsbeharing wordt ook minder. Maar om alles weg te
krijgen onderging ik lazertherapie.’
Hanne: ‘Anders spreken kan je leren bij de logopediste. Ik ben daar
nonchalant in. Mijn stem is wat aan de zware kant maar het kan nog. Weet je,
wij hebben geluk: we zijn niet al te groot, hebben geen grote handen en voeten
of een uitgesproken adamsappel. ‘
Caro: ‘Soms zijn we op een feestje waar al is rondgegaan dat er
transgenders aanwezig zijn. Dan verdenken ze vaker een biologische
vrouw dan ons!’ (lacht)
Hanne: ‘Een populair spelletje: zoek de transgender!’ (lacht)
Dan is de tijd aangebroken voor die ingrijpende operatie. Sta je
doodsangsten uit?
Hanne: ‘ Je bent bang om je seksualiteit te verliezen en je weet niet
hoe je lichaam er zal uitzien. Wat als het toch niet is wat je verwacht? Maar
ik wilde het zo graag dat ik het me nooit zou kunnen beklagen. De operatie
duurt zeven tot acht uur. Alles gebeurt in één keer: een vaginaplastie en
een borstvergroting. Eventueel ook een adamsappelcorrectie. Het resultaat is
realistisch. Vriendinnen die me naakt hebben gezien zeggen: ‘Amai, dat ziet er
goed uit. (lacht) Ik heb de chirurg laten beslissen over het
formaat van mijn borsten. Die weet dat beter. Caro heeft veel grotere borsten
gekregen dan ik!’ (lacht)
Caro: ‘Je ontwaakt uit de narcose en verwacht een euforie. Die
ervoer ik wel even maar al gauw voelde ik me eindelijk gewoon mezelf.’
Hanne: ‘Je moet vijf dagen platliggen en bent volledig ingepakt,
dus je kan het resultaat niet zien. Je hebt ook fantoompijn.’(lacht)
Caro: ‘Na vijf dagen kwam de chirurg binnen met zijn staf en
stagiairs. ‘Mogen wij even kijken?’ De verpakking ging eraf, ik werd bekeken en
de chirurg fotografeerde me voor zijn logboek. Ja, dat is wel raar. Maar sinds
ik een vrouw ben schaam ik mij niet meer voor mijn lichaam.’
Je eerste beha gaan kopen, is dat een mijlpaal?
Hanne: ‘Ik droeg al een beha met siliconenvullingen tijdens de
transitie maar nu heb ik natuurlijk wel iets om er in te steken. (lacht) De
eerste keer dat je vrouwenkleren gaat shoppen, voelt heel ongemakkelijk. Zeker
lingerie. Maar als je als man zelfzeker door de winkel loopt, draait niemand
zijn hoofd.’
En schoenen kopen, is dat lastig?
Caro: ‘Ik heb maat eenenveertig, dus dat is geen probleem.
Hanne: ‘Ik een tweeënveertig. Ik kan bij de gewone schoenwinkels
shoppen.’
Hoe reageert je omgeving op je nieuwe lijf?
Caro: ‘Een goede vriend, die ik al van jongs af aan ken, vertelde
dat als hij aan het verleden denkt, hij mij als een meisje ziet.’
Hanne: ‘Mijn omgeving had tijd nodig om me met mijn nieuwe naam te
leren aanspreken, me met ‘zij’ te benoemen. Op onze trouw merkte ik dat mijn
ouders dat proces nu helemaal achter de rug hebben. Heel mijn familie was er.’
Caro: ‘Onze gasten waren meer bezig
met dat wij het feest op onze typische manier hadden aangepakt, lekker rock ’n
roll. Ze leken te vergeten dat het een transgenderhuwelijk was. Super
toch!’
Hoe hebben jullie elkaar leren
kennen?
Hanne: ‘Het was tijdens mijn transitie. Caro was al geopereerd,
ik niet. Ik nam al hormonen en droeg vrouwenkleren. Ik zocht mensen
die hetzelfde hadden meegemaakt om leuke dingen mee te doen. Want voor mijn
vrienden was het niet meer hetzelfde en bij vroegere vriendinnen, kon ik niet opeens
het vriendinnetje gaan uitgangen. Zij hadden tijd nodig. Toen ik tussen de
Facebookvrienden van een bevriende transgender Caro zag opduiken
dacht ik: wat een knappe vrouw. Zou zij ook een transgender zijn? Ik
voegde haar toe en begon te chatten.’
Caro: ‘Na een tijdje stuurde ik: chatten doe ik eigenlijk niet
graag, ik ga u bellen. Waarop zij: Nee, ik voel me zo onzeker over mijn stem!’ (lacht) Ik
heb toch de telefoon gepakt. Na een fijne babbel spraken we af. Het klikte
enorm. We zijn iets gaan eten. Nog iets gaan drinken. Daarna blijven babbelen
in mijn auto. We konden geen afscheid nemen. Hanne is met mij mee
naar huis gegaan, we hebben de hele nacht gepraat en tegen het ochtendgloren
gekust. Toen besefte we dat ze geld in de parkeermeter moest stoppen en zijn we
in onze pyjama smoorverliefd de straat op gelopen.’
Hanne: ‘Uiteindelijk ben ik vier dagen bij haar gebleven. Ik nam
haar meteen mee naar een familiefeest. Wij hoorden bij elkaar, dat was
duidelijk. Caro heeft mijn transitie veel lichter gemaakt. Ik zei: de dag dat
ik weet wanneer ik geopereerd word, vraag ik je ten huwelijk. Zes maanden later
was het zo ver.’
Caro: ‘Na een verloving van vier jaar hebben we een groot feest
gegeven om onze liefde te vieren met de mensen die we graag zien. Nu zijn we
familie en hebben we dezelfde rechten als andere getrouwde koppels.’
Hebben jullie een kinderwens?
Caro: ‘Nee, niet meer. Ik ben heel blij dat ik meter ben van het
kindje van mijn broer. Ik zie graag kinderen en heb wel even spijt gehad dat ik
niks heb laten invriezen. Maar dat is voorbij.’
Hanne: ‘Ik ben peter geweest, inmiddels meter. (lacht) Verbazingwekkend
hoe vlot kinderen een geslachtsverandering accepteren. Die denken daar niet
lang over na.’
Hoe blikken jullie terug op jullie transitie?
Caro: ‘Men adviseert vaak dat je moet loslaten. Maar hoe meer ik dat probeerde, hoe meer ik
ermee bezig was. Ik verkies nu om elke emotie volledig toe te laten en daardoor
ontstaat er meer ruimte voor tederheid, oprechtheid en positiviteit. Het
was en is een boeiende reis met mijn hart als een innerlijke reisgids. Ik ben
ontzettend trots dat ik zelf de keuze heb gemaakt en me niet heb laten
tegenhouden door wat mensen zouden denken. Nu de gendertransitie achter de rug
is ben ik liever met andere zaken bezig. Ik ontleen mijn identiteit niet aan
transgender zijn. Wij hebben enkele transgendervrienden maar dat
zoeken we niet expres op. Dat contact is gebaseerd op gemeenschappelijke
interesses.’
Hanne: ‘Tijdens je transitie wil je dat het hele proces zo snel
mogelijk voorbij is. Maar eens je een vrouw bent, besef je dat je zo veel tijd
nodig had om alle veranderingen te verwerken.’
Caro: “Voor mij is het leven één grote transitie waarin we
onszelf alsmaar blijven ontwikkelen.’
(Verschenen in Het Nieuwsblad Magazine 05/12/2015)